Jojanneke in Afrika

Moeten vs ontmoeten (vervolg)

Dit weekend is 't (weer) zover: ik ben ziek. Misselijk, overgeven, de hele riedel... Maar het goede nieuws is dat het record nu op meer dan 2 maanden staat zonder ziek te zijn in Afrika! Tijdens mijn verblijf in Bénin ben ik, behalve wat buikpijn, niet ziek geweest. Iets wat voor mij vrij uitzonderlijk is, zoals sommigen zich misschien nog wel herinneren van mijn 6 maanden Burkina die regelmatig in het teken van ziek zijn stonden. Ik was bijna vergeten hoe het voelde om je zo belabberd te voelen.... en dat terwijl ik zoveel plannen had: de stad verkennen, aantal inkopen doen, nog wat studeren. Maar mijn lichaam roept: 'STOP !'

Gisteren vrijwel de hele dag op bed gelegen. Vandaag (zondag) voel ik me wel weer wat stabieler, maar nog steeds gammel met rugpijn (mis mijn fysio-friends!!).

Maakt wel dat ik de tijd neem voor dingen waar ik normaal niet of te weinig aan toekom, zoals lezen, voldoende slapen en updates schrijven. Wat dat betreft heb ik wel een Afrikaans weekend van niks moeten. En dat sluit dan weer mooi aan bij mijn vorige update 'Moeten vs ontmoeten' dat nog vervolgd zou gaan worden  (= een Afrikaanse smiley)....

Tijdens mijn laatste weken in Bénin stonden 'moeten en ontmoeten' soms lijnrecht tegenover elkaar. Ik moest en wilde nog van alles doen, maar vaak werd ik door de situatie aangezet tot ontmoeten. Ontmoeten in de zin van niet alles moeten willen, maar vaak ook ontmoeten als in de zin van socializen. En dat is wat ik normaal gesproken ook zo fijn vind aan Afrika.

Maar ik merk dat ik er dit maal meer moeite mee heb dan voorgaande keren. Denk dat 't komt, omdat ik nu in het kader van mijn studie hier ben. Dat betekent opdrachten maken, presteren, evaluaties. Dat geeft me toch meer druk, helaas. Maar goed misschien dat de situatie me soms afremt.

Een aantal momenten van ontmoeten van de laatste weken: bezoek aan de koning van Nikki (stel je hierbij geen gouden paleis voor hoor!), het 2-weekse bezoek van het Belgische team van Artsen Zonder Vakantie (AZV) voor een missie gynaecologie en verloskunde (ik heb voor het eerst weer eens echt de slappe lach gehad, heel fijn!!) en niet te vergeten mijn afscheidsfeest. Dit laatste was een nogal impulsief, zeg maar Afrikaans, georganiseerde party. Officieel zou ik donderdag 22 november vertrekken uit Nikki (dit was al bijna met een week vertraging). Die woensdag ervoor zou ik mijn presentatie geven en daarna zou er een groot feest zijn om de Italiaanse sponsor van de materniteit te bedanken die zich definitief terugtrekt uit Bénin. Maar, in de nacht van dinsdag op woensdag was een vooraanstaand persoon uit Nikki overleden en dus werden alle festiviteiten, inclusief traditionele dansers en een groot dansfestijn 's avonds, geannuleerd. Er bleef niet veel meer over dan het officiële gedeelte met speeches.

Een ieder die weleens in Afrika iets officieels heeft bijgewoond, weet dat dat niet het meest aangename deel van een feest is, omdat er geen eind aan lijkt te komen. Dat was dus een domper, ook omdat ik die avond een beetje als mijn afscheid had beschouwd waarop ik iedereen nog eens kon zien en bedanken. Tot slot had ik in mijn hoofd ook het plan gesmeed om de volgende dag samen met de Italianen te vertrekken tot aan Tanguiéta (dichtbij de grens van Burkina Faso). Maar omdat er nu geen feest meer was, vertrokken ze die woensdag al. En ik had nog geen koffer gepakt.... Pech, pech, pech dus. En al gauw bleek dat ik zelfs ook niet meer in staat zou zijn om de boel voor donderdag af te ronden. Dus op zijn Afrikaans werden alle plannen omgegooid.

Toevalligerwijs had ik het er de dag ervoor nog met een Afrikaan over gehad die het niet eens was met mijn uitspraak dat 'en Afrique tu n'es jamais sûre' (vertaling: in Afrika ben je nooit ergens zeker van). Maar nog geen dag later werd deze uitspraak al bevestigd....

Maar goed, toen was er dus ineens een dag extra om alles te regelen. Dat betekende uiteindelijk natuurlijk alsnog rennen en vliegen om alles rond te krijgen. En 's avonds bedacht ik me dat het toch nog wel leuk zou zijn om voor de mensen van daar met wie ik het meest opgetrokken was in en buiten het ziekenhuis een klein afscheidsfeestje te geven. Met een beetje hulp van de lokale kok en gynaecoloog Jan stond er uiteindelijk toch nog een hele stapel pannenkoeken op tafel. Zo kwamen alle restjes jam, pasta, suiker, appelstroop en koekjes en speculoos (van de Belgen) toch nog mooi op (de koffer was namelijk al bomvol en kon alleen nog maar dicht door erop te gaan zitten)!

Natuurlijk mochten hier volgens goede Afrikaanse gewoonte de speeches ook niet ontbreken! Iedereen moest iets over mij of over mijn stage zeggen. Eigenlijk houd ik daar helemaal niet van, maar het deed me wel beseffen dat het eigenlijk best bijzonder is dat je in 7 weken tijd zulke goede contacten kunt opbouwen en hoe belangrijk dat is om in Afrika te kunnen overleven.

Als je niet open staat voor andere mensen, niet ontmoet, dan red je het hier niet. Je bent hier (hoe vervelend soms ook) veel afhankelijker dan in Nederland of elders in Europa.

Achteraf ben ik heel blij en dankbaar dat de situatie ervoor zorgde dat ik pas vrijdag zou vertrekken, omdat deze laatste ontmoeting zoveel waardevoller was dan het moeten volgen van een strakke planning!